internet of Things of Internet of Everything?
Vaak kom ik het in mijn dagelijkse werk tegen - mensen die de termen ‘Internet of Things’ en ‘Internet of Everything’ door elkaar gebruiken. Als ik hier een opmerking over maak, krijg ik vaak terug - ‘dit is toch hetzelfde?’ En soms wordt er ook nog en passant de term ‘Internet of Anything’ bij gebruikt, als zijnde nog een synoniem.
Kort gezegd: nee, het is niet hetzelfde.
Internet of Things
De langere uitleg begint met het kijken naar de definitie van elk van deze termen. Het Internet of Things wordt vaak omschreven als een netwerk van devices die met het internet verbonden zijn en die in staat zijn om data te verzamelen en/of uit te wisselen.
Hier komen twee belangrijke elementen in terug. 1, het internet, als facilitator van de verbondenheid van 2, dingen (of devices) die data verzamelen.
Deze term is voor het eerst gebruikt door een werknemer van Procter & Gamble, genaamd Kevin Ashton. In 1999 gaf hij een presentatie over de toepassing van RFID in supply chain, waarbij hij voor het eerst refereerde aan het ‘Internet of Things’. Daarbij had hij het dus concreet over het verbinden van fysieke ‘dingen’, een definitie die ook nu nog vaak terugkomt.
Kortom, met het Internet of Things kunnen dingen - en in het bijzonder devices - met reeds geïntegreerde ‘embedded’ technologie met elkaar en het internet communiceren. Verder kunnen verbonden devices in geautomatiseerde systemen informatie verzamelen en analyseren om vervolgens in de toekomst hier nog beter op in te kunnen spelen (de zogenaamde machine learning).
Internet of Everything
Dan, het Internet of Everything. Een term met een wat onduidelijkere afkomst, al wordt het aantoonbaar korter gebruikt. Door diverse technologiebedrijven en onderzoekers wordt het gezien als het volgende natuurlijke stadium van het Internet of Things, eentje die waarschijnlijk voor het eerst gedefinieerd is door Cisco. Al ontkent het bedrijf dit zelf stellig en beweren ze dat andere technologiebedrijven onafhankelijk van elkaar rond hetzelfde moment met deze term kwamen.
De term zelf wordt vaak uitgelegd in de context van verbondenheid (‘connectivity’), kunstmatige intelligentie en slimme toepassingen in een breder geheel. Hierbij gaat het dus niet om specifieke devices die afhankelijk zijn van hun internetverbinding, maar biedt het ook ruimte aan ieder ander object of voorwerp dat uitgerust kan worden met bepaalde toepassingen die het in een netwerk kunnen plaatsen. Dit maakt het weer mogelijk voor andere objecten, mensen of processen om dit object te kunnen ‘gebruiken’.
Zo zijn mensen een belangrijk onderdeel van het Internet of Everything. Mensen zijn immers in staat om hun persoonlijke voorkeuren te delen met verbonden apparatuur en dingen, en kunnen zo de technologie echt persoonlijk en toegankelijk maken. Denk niet alleen aan hun gedrag op social media en de cookies die opgeslagen worden van hun online gedrag, maar ook de instellingen op een FitBit of hun voorkeuren voor smart home devices.
Hiermee kan er via het Internet of Everything een veel diepere laag gecreëerd worden met zaken waar mensen zich druk om maken - die vervolgens ingezet kan worden om hen nog betere content te bieden. Maar ook processen kunnen zo nog beter met elkaar verbonden worden en inspelen op elkaars krachten en voorspellende waarden.
Internet of Things vs. Internet of Everything
Ja, er is dus behoorlijk wat overlap tussen de twee termen. Ook zijn ze gedeeltelijk samen ‘geëvolueerd’, waardoor er nog meer ruis op de lijn is ontstaan. Maar toch is het belangrijk om het verschil duidelijk voor ogen te houden.
Het belangrijkste verschil tussen het Internet of Things en het Internet of Everything is het fundament waar het op rust, of de basis, zogezegd:
- Het Internet of Things focust op fysieke objecten (‘dingen’).
- Het Internet of Everything focust op vier aspecten: mensen, dingen, data, en processen.
Om kort door de bocht het verschil uit te leggen, kun je naar Internet of Things kijken als de facilitator van de onderlinge verbondenheid van fysieke objecten en het uitwisselen van data hiertussen, terwijl het Internet of Everything juist een veelomvattende term is om de onderlinge verbondenheid tussen verschillende technologieën, processen én mensen te faciliteren.
Overeenkomsten
Dit neemt niet weg dat er ook belangrijke overeenkomsten zijn. Beide technologieën opereren op een gedecentraliseerde manier, waarbij er geen centraal systeem is waar alles op draait - er wordt juist vertrouwd op de individuele capaciteiten van ieder device of proces.
Ook zijn beide technologieēn befaamde lokkers van cybercriminelen. Beveiliging blijft een moeilijk onderwerp en verbonden toepassingen, dingen of processen zijn erg kwetsbaar als het aankomt op cyberaanvallen of datalekken. Om hier wel een positievere kanttekening bij te plaatsen: het gedecentraliseerde karakter van de technologieën maakt dergelijke aanvallen en datalekken wel minder ernstig, omdat slechts een enkele ‘node’ aangevallen kan worden, en niet een groter centraal systeem.
Tenslotte is het doel van het Internet of Everything ruwweg hetzelfde als het doel van het Internet of Things: het verzamelen van informatie om uiteindelijk handelingen te kunnen verrichten die een proces, product of persoon in staat stelt om nog beter te kunnen opereren.
Alhoewel veel experts IoE dus zien als de logische opvolger van IoT, is de kans veel groter dat beide technologieën voorlopig blijven bestaan - en alleen maar belangrijker zullen worden. De mogelijkheden en toepassingen voor beide zullen blijven groeien en steeds meer richting 100% verbondenheid gaan. En juist nu ook zoveel bedrijven en producten dit nastreven, maakt dit dat er in de toekomst nog voldoende te beleven gaat zijn.