Hoe Slimme Technieken Kunnen Helpen In De COVID-19 Pandemie
Het blijft interessant om met de kennis van nu enkele artikelen die ik begin 2020 over Covid-19 publiceerde terug te lezen. Zo schreef ik in februari nog vol goede moed: “Het percentage dodelijke slachtoffers is gelukkig niet zo hoog als dat het was voor bijvoorbeeld het SARS-virus, maar toch maakt dat de crisis niet minder urgent”. Inmiddels heeft de tijd dit statement behoorlijk ingehaald, nu de Corona-pandemie de ergste gezondheidscrisis is gebleken sinds in ieder geval de grote grieppandemie van 1918 – en het aantal dodelijke slachtoffers behoorlijk ver boven dat van het SARS-virus uit is gestegen.
Ook bleek ik over een vooruitziende blik te beschikken toen ik vraagtekens zette bij het toentertijd door het RIVM voorgestelde protocol voor mogelijke besmettingen in Nederland. “Hier ontstond de afgelopen weken commotie over, toen bleek dat in Nederland – in tegenstelling tot onze buurlanden – potentieel besmette personen gewoon in hun eigen huis in quarantaine mogen gaan. Het RIVM verklaarde dit met de belofte dat de thuissituatie eerst streng gecontroleerd zou worden, deze mensen echt in absolute afzondering moeten blijven, en dat er dagelijks een speciale infectiearts langs zou komen.
Op dit punt gingen bij mij een aantal belletjes rinkelen. Niet alleen zijn zulke screenings en quarantaines hartstikke duur, ook zijn ze vaak reactief – waarbij een besmetting pas zichtbaar wordt zodra iemand duidelijke symptomen begint te vertonen. Inmiddels zijn er vanuit het vakgebied van het Internet of Things andere methodes beschikbaar, die (potentiële) patiënten 24/7 in de gaten kunnen houden en direct en effectief kunnen ingrijpen bij een covid-19 of vergelijkbare pandemie.”
Helaas bleek slechts enkele weken later dat deze protocollen inderdaad verre van toereikend waren – en ging het ineens razendsnel nadat de eerste besmetting vastgesteld werd bij iemand uit het Brabantse Loon op Zand. Nederland ging vrij snel in lockdown en ziekenhuizen lagen overvol met patiënten die vaak doodziek waren.
Alhoewel op dat punt ook de slimme surveillance- en isolatietechnieken niet meer toereikend zouden zijn geweest, schreef ik eind maart in een blog dat er nog steeds mogelijkheden lagen voor slimme technieken die ons door de crisis heen kunnen helpen – en ons zelfs wellicht eruit kunnen krijgen én houden.
“Premier Rutte hintte er al naar in zijn speech. Nederland is een land van innovatie en van ondernemerszin. Wij passen ons altijd aan aan nieuwe situaties. Als je ons citroenen geeft, maken wij er limonade van. Dit is ook weer zo’n moment. We kunnen gaan zitten en de instortende economie betreuren, of we kunnen onszelf bij elkaar rapen en er het beste van maken. Dit als een uitnodiging zien om te innoveren, om tot nieuwe oplossingen te komen die een uitkomst gaan zijn in de veranderde wereld.”
Volledig in lijn met de bovengenoemde ondernemersdrift duurde het inderdaad niet lang voor links en rechts slimme ondernemers hun slaatje uit de ellende wisten te slaan. Van de ontwikkelaars van allerhande apps voor het tracken van het virus tot aan de ontwikkelaars van conferentie-software en afstandsonderwijs-mogelijkheden, inmiddels zijn er behoorlijk wat oplossingen ‘mainstream’ geworden.
Het waren dus niet alleen de vaccin-producenten die zich in een race tot eerste lancering verwikkeld zagen. Ook allerlei andere bedrijven gingen tot het uiterste om hun concept zo snel mogelijk in de nieuwe wereld waarin we ons bevinden te integreren.
Zo waren er uiteraard de vaak genoemde surveillance- en waarschuwingssystemen die vooralsnog vooral in Azië populair zijn: de robots die mensen sommeren anderhalvemeter afstand te bewaken, sensoren bij ingangen die automatisch je temperatuur opmeten, en drones die mensen in quarantaine bewaken en van items en hulpmiddelen voorzien.
In het nuchtere Nederland, waar zelfs een app die je alarmeert als je te dicht bij een geanonimiseerd iemand bent geweest die later positief is getest al tot felle discussies leidde, zijn er nog nauwelijks ondernemers die dergelijke Aziatische gadgets durven te promoten. Daar staat tegenover dat er wél veel andere initiatieven ontstaan die ons in de komende maanden verder kunnen helpen.
Zo kondigde de gemeente Amsterdam vorige maand in samenwerking met het onderzoeksinstituut TNO aan dat er ‘concrete oplossingen’ die gebruik maken van slimme technologie ingezet gaan worden op en rondom evenementen. Hierbij wordt er al druk getest in onder meer de Johan Cruijff ArenA, het Rijksmuseum en in locaties van theater- en musicalproducent Stage Entertainment.
Voorbeelden hiervan zijn geoptimaliseerde looproutes en in- en uitgangen, gebaseerd op real-time metingen van drukte. Dergelijke data kan ook verwerkt worden in apps, waarmee bezoekers zelf kunnen zien hoe druk het ergens is- en daarmee ook aanbevelingen krijgen voor looproutes. Als extra ‘gadget’ wil de gemeente ook gaan experimenteren met het gebruik van geluid, licht en kleur om mensen te ‘verleiden’ tot het gewenste gedrag (die anderhalve meter, dus).
Aldus burgemeester Femke Halsema, “We zijn een dichtbevolkte stad met normaal veel bezoekers, en niet de enige drukke stad in Nederland. Het is goed dat gezamenlijk wordt onderzocht hoe we inwoners, ondernemers en bezoekers kunnen helpen makkelijker 1,5 meter afstand te houden, zodat we iedereen meer vrijheid kunnen bieden.”
Onlangs las ik ook een stuk over een groep beveiligingsbedrijven die bezig zijn met de kwestie ‘beveiliging in de anderhalvemetersamenleving’. De crux is hier dat er enerzijds meer beveiliging nodig is – om mensen te ‘dwingen’ tot gewenst gedrag, of bijvoorbeeld voor deurcontrole binnen een toegangstestbeleid. En anderzijds kan deze beveiliging niet zonder meer iemand fouilleren of op andere wijze ‘aanpakken’.
Hierbij wordt er veel gezinspeeld op het gebruik van slimme camera’s en de bijbehorende technieken voor het analyseren van de beelden. Zo kunnen mensen doelgericht eruit gepikt worden voor controles of interventies, terwijl het grote gros ongehinderd door kan lopen. Ook wordt er geëxperimenteerd met zogenaamde digitale ontvangstportals, waarbij bezoekers zich contactloos aanmelden en kunnen laten screenen.
Sowieso is het eenieder die zich nu nog in het ‘Corona-innovatieveld’ wenst te begeven aan te raden om te focussen op toegangskwesties. Het digitale vaccinatiepaspoort en -bewijs, het testen voor toegang initiatief en de Coronamelder zelf zijn nog immer hot topics. Dat zullen ze voorlopig absoluut blijven, nu gebleken is dat de rondwarende Delta-variant ons leven alsnog even wat minder vrij blijft maken dan dat we voorheen gehoopt hadden.
Bart Custers, hoogleraar recht en data science, en Anne Meuwese, hoogleraar publiekrecht en bestuur van artificiële intelligentie, van de Universiteit Leiden schreven hier een pleidooi over in Trouw (bron: https://www.trouw.nl/opinie/met-slimmer-gebruik-van-technologie-kan-de-samenleving-sneller-heropend~ba653059/). Juist het feit dat de privacyzorgen één en ander nu ophouden, maakt dat het des te belangrijker wordt om dit vanuit zowel een technologie als juridisch punt goed in te richten.
Aldus de schrijvers, “Meer geavanceerde technologie, zoals artificiële intelligentie (AI), zou corona-uitbraken waarschijnlijk vrij nauwkeurig kunnen voorspellen en traceren, als een algoritme toegang zou hebben tot een grote hoeveelheid locatie- en gezondheidsgegevens. Hier dient zich een kerndilemma aan, als het gaat om het gebruik van AI: de nuttigste bijdragen worden verkregen met de gevoeligste data. Maar er zijn wel degelijk manieren om te zorgen dat de persoonsgegevens niet aan de oppervlakte komen. Als juristen en technologen samenwerken, zo is onze ervaring, kan privacy in het ontwerp worden ingebouwd en maximaal worden gegarandeerd.”
De basis voor een dergelijke succesvolle Corona-innovatie is, naar hun mening, een decentrale opslag van data en een verregaande mate van AI-integratie die passend advies geeft voor de individuele gebruiker. Denk aan een app die je adviseert waar je beter wel en niet naartoe kunt gaan en hoe je je het beste ter plekke kunt gedragen; en tegelijkertijd suggesties doet voor momenten om zelftesten te doen.
Kortom: de mogelijkheden zijn er om met gebruik van slimme technieken de Corona-crisis een stuk prettiger voor ons allemaal te maken. Het kan de verspreiding indammen en mensen bewuster maken van hun rol daarin – en het tegelijkertijd makkelijker maken voor bedrijven om hun deuren ‘gewoon’ open te houden en een veilige plek te kunnen garanderen voor hun medewerkers en klanten. Het is aan de ondernemers van deze wereld om de kansen die er nu nog steeds liggen te grijpen.