Het is één van de allergrootste ergernissen van automobilisten over de hele wereld. Een lege parkeerplek vinden, en dan met name in drukke steden of bij drukbezochte evenementen. Weinig problemen zijn zo universeel als het eindeloos rondjes rijden door drukke straten, steeds een sprankje hoop voelen als je een gaatje ziet, om er vervolgens achter te komen dat dit een uitrit is, of dat er al een mini-auto instaat.
Het is niet alleen frustrerend, het levert ook tastbare schade op. Wat te denken van de extra uitstoot van broeikasgassen die het gassen-remmen-gassen-remmen x 100 wat samengaat met parkeren met zich meebrengt? Deze maken de luchtkwaliteit in steden er niet beter op, terwijl het weinig doet om klimaatsverandering tegen te gaan.
Daarnaast is er ook een meetbaar verlies aan productiviteit door het zoeken naar een parkeerplek. Hoe vaak ben je niet te laat op een afspraak of op je werk geweest omdat er geen plek was voor je trouwe stalen ros? Hoeveel tijd ben je niet verloren aan rondjes rijden en gefrustreerd om je heen staren, tijd die je ook had kunnen besteden aan waardevol werk of zelfs een stukje ontspanning met je gezin of vrienden?
Het lijkt vanzelfsprekend dat veel ondernemers bezig zijn met het beter maken van parkeren. De oplossing lijkt simpel – maak ‘iets’ wat lege plekken vindt en geef dit door aan weggebruikers – maar de realiteit is daar helaas nog niet helemaal. Hoewel, een aantal bedrijven zijn goed onderweg. Laatst las ik over het project van BAM en Dura Vermeer, in samenwerking met T-Systems.
Spotten met Dura Vermeer, BAM en T-Systems
Twee gerenommeerde bouwbedrijven wilden het probleem van parkeren in de grote stad wilde aanpakken. Dat urenlange rondjes rijden, op zoek naar die ene vrije plek, dat was iets waar een ingenieur van Dura Vermeer op een goede dag helemaal klaar mee was. Er moet een efficiëntere manier zijn, of zo was zijn gedachte.
Hij nam dit idee mee naar zijn werk en werkte het met collega’s verder uit. In 2017 leidde dit uiteindelijk tot het idee van Spotten. Dit is een systeem dat werkt met sensoren in het wegdek, die kunnen registreren of er ergens nog plekken beschikbaar zijn. Vrije plekken worden dus herkend en via de sensoren geregistreerd in het systeem. Dat helpt weggebruikers om sneller een vrije plek te vinden.
Handig voor de gemoedstoestand van de bestuurder, maar ook zeker voor de omgeving: omwonenden hebben minder last van rondjesrijdend verkeer, terwijl de verminderde uitstoot ook beter is voor de luchtkwaliteit en het milieu an sich.
Het is slechts één van de projecten uit de hoed van Dura Vermeer’s NEXT programma, wat in de industrie wel omschreven wordt als een ‘kraamkamer voor innovatieve infra-toepassingen’. Er werd intensief samengewerkt met een Duitse partner die een soortgelijk concept bedacht en ontwikkeld had, in de vorm van de ‘Park and Joy’ dienst. Het wiel opnieuw uitvinden was dus niet nodig, ontdekte Dura Vermeer – enkel een slim geplaatste joint venture. T-Systems bood de IT infrastructuur die nodig was, en het project was geboren.
Succesvol leek het zeker. Zo werd er begin vorig jaar een test gehouden in Amsterdam, waarbij vijftig gehandicaptenparkeerplekken werden voorzien van sensoren. Elk van deze parkeerplekken behoorde toe aan een auto met een specifiek kenteken. Bij iedere parkeeractie werd dit geregistreerd, en als de sensoren oppikte dat de geparkeerde auto niet het juiste kenteken had, werd deze dat direct doorgespeeld naar de meldkamer van Handhaving en Toezicht. Met een forse boete van 370 euro tot gevolg.
Nog belangrijker, aldus de gemeente Amsterdam, was dat de gehandicapten in de stad zich verzekerd wisten van een parkeerplek. Voorheen stonden er nog wel eens ongeautoriseerde voertuigen op hun plek, waardoor zij gedwongen werden elders te parkeren – met alle gevolgen van dien voor iemand die slecht ter been is.
Waar je in eerste instantie zou denken dat Spotten dus geschikt is voor naar een parkeerplek zoekende bestuurders, werd dit door de initiatiefnemers en gemeente Amsterdam ‘omgedacht’ naar een manier om illegaal parkeren op gehandicaptenplekken te handhaven. Ik snap het wel: goed voor de gemeentekas én het plaatje naar buiten toe. Geen wonder dat de proef inmiddels als succes bestempeld is. Inmiddels is het ook in Den Bosch uitgerold op gehandicaptenplekken.
Alhoewel het idee van werken met de parkeerapp als extra hulpmiddel voor parkeerwachters aantrekkelijk is, om zo plekken toegewezen aan vergunninghouders of gehandicapten te bewaken, wordt er inmiddels ook op andere manieren gebruik van gemaakt. Particuliere bedrijven zijn geïnteresseerd in de oplossing omdat het hen in staat stelt hun parkeercapaciteit optimaal te benutten. Is er een lege plek? Dan kan een werknemer daar (digitaal) op inschrijven. Plekken allemaal bezet? Dan wordt werknemers verzocht een andere plek te zoeken.
Tenslotte kijkt het team achter Spotten ook naar de meest voor de hand liggende oplossing: een parkeer-navigatie-app, waarmee gebruikers snel en efficiënt naar een beschikbare parkeerplek geleid kunnen worden. Dit kan op termijn zelfs nog verder uitgebouwd worden. Denk aan het reserveren van bepaalde parkeerplekken als je er dichtbij bent, om te voorkomen dat een andere gebruiker hem nét voor je neus wegkaapt. Of het integreren met bestaande navigatie-apps, waarbij je aan het eind van je routenavigatie automatisch naar de dichtstbijzijnde lege parkeerplek geleid wordt.
In het pittoreske Papendorp is onlangs een test met extra parkeermogelijkheden uitgerold. Zodra er piekmomenten zijn, herkent het systeem dat een parkeerterrein overbelast dreigt te raken. Vervolgens verbindt het verschillende parkeerterreinen om bezoekers naar een andere plek te leiden. Zo wordt extreme drukte op die ene parkeerplek vermeden en auto’s meer verspreid over een groter gebied. Minder gevaarlijk, minder druk, minder gedoe voor weggebruikers.
Dit kan ook goed toegepast worden voor bedrijven. Is er bij een bepaald bedrijf te weinig parkeergelegenheid op piektijden, maar is er een ander nabijgelegen bedrijf wat op dat moment parkeergelegenheid over heeft? Dan kunnen ook deze plekken verbonden worden in de app. Zo weet je je altijd verzekerd van genoeg parkeergelegenheid en hoef je minder geklaag te horen van medewerkers die niet kunnen parkeren.
Samenwerken loont
Het unieke aan dit concept is dat het niet alleen de techniek probeert uit te werken, maar dat er ook de mogelijkheid is tot het plaatsen van sensoren. Dit is tot nu toe vaak een probleem gebleken, omdat wegen en parkeerplekken overwegend gemeentelijk bezit zijn. BAM en Dura Vermeer worden echter regelmatig gebruikt om wegen te onderhouden en vervangen, wat het voor hen vrij gemakkelijk maakt om dergelijke sensoren in te bouwen. Vervolgens leende zij de kennis van partners, waaronder T-Systems, om de IT infrastructuur op te bouwen voor een dergelijke toepassing.
Ook de drie pijlers die gekozen zijn – slim navigeren, slim handhaven, slim optimaliseren – zijn – excuus de woordkeuze – slim. BAM en Dura Vermeer zijn erin geslaagd om een manier te vinden waarop zij hun kennis van wegenbouw kunnen combineren met de IT-kennis van T-Systems om data te verzamelen, die vervolgens in verschillende jasjes gegoten wordt voor verschillende toepassingen.
Dat brengt me bij het punt wat ik wil maken met dit artikel. Dat wat hierboven omschreven is, is de manier waarop alle slimme ontwikkelingen zouden moeten gaan. Het begint allemaal bij data. Zoek een manier om data te verzamelen, al weet je nog niet direct waar je dit voor kunt gebruiken. Zodra dit beschikbaar is en in een min of meer bruikbare vorm ontvangen kan worden, liggen de bijbehorende slimme toepassingen voor het oprapen.