Voor iedere trotse eigenaar van cryptocurrencies waren de afgelopen weken vergelijkbaar met een woeste achtbaanrit. Vooral als je Bitcoin in je portfolio had, is de kans groot dat je vol verbijstering naar je scherm hebt gestaard. In een enkele dag daalde de marktwaarde van alle gecombineerde cryptocurrencies met een ongelooflijk bedrag van 1 miljard dollar, van een totale waarde van 2,5 miljard dollar naar 1,5 miljard dollar.
Een van de ‘ringleaders’ was Bitcoin, verantwoordelijk voor meer dan 40% van de totale markt. De waarde van deze virtuele munt klapte op deze dag in elkaar, nog geen maand nadat het een recordhoogte van $64,000 per Bitcoin bereikte. Van de ene op de andere dag was het ineens nog maar $30,000 waard. Genoeg om heel veel vastberaden investeerders aan het twijfelen te zetten: is dit het teken dat de markt té onvoorspelbaar is, en het moment om eruit te stappen?
Het is an sich niets nieuws dat er veel schommelingen zijn in de crypto-markt. Sterker nog, het is één van de reden dat virtuele goudzoekers er zo dol op zijn: grote risico’s, nog grotere beloningen. Het Wilde Westen dat cryptocurrency heet is in alle opzichten ver verwijderd van veilige, stabiel renderende investeringen. Zeker nadat de trend in het afgelopen jaar een steile weg naar boven ingeslagen leek, sprongen zowel experts als amateurs op de ‘money train’ – in de hoop om snel veel geld te verdienen.
Juist deze ‘late instappers’ hebben nu hun beleggingen in rap tempo zien verdampen. En juist hun paniek – snel verkopen teneinde ergere verliezen te voorkomen – leidde weer tot de totale hysterie op de toch al onzekere markt. Al vrij snel na de ergste dip draaide de markt weer bij, door dezelfde soort gelukszoekers die de dip als een teken zagen om nu maar in te stappen en goedkoop te kopen voor de prijzen weer gaan stijgen.
Dergelijk gedrag maakt de winsten groter en de verliezen minstens net zo dramatisch. De speculatieve aankopers zijn daarmee wellicht net zo verantwoordelijk voor de gebeurtenissen van de afgelopen weken als de inmiddels algeheel erkende zondebok: Elon Musk, Tesla’s oprichter, die aankondigde dat Tesla niet langer Bitcoins zal aannemen als betaalmiddel.
Alhoewel veel crypto-fanaten je graag willen laten geloven dat dit de druppel was die de crypto-markt liet overstromen, moet ik hen helaas teleurstellen. De recente gebeurtenissen zijn hooguit een reflectie van het karakter van de markt – en de houding van de overheid in het reguleren ervan. Een snelle analyse van de gebeurtenissen maakt duidelijk wat er precies gebeurd is.
Het ‘grote verhaal’ begon op 12 mei, met – inderdaad – Elon Musk. Een enkele tweet, waarin hij aangaf dat Tesla niet langer Bitcoins zal accepteren door zijn zorgen over de CO2-uitstoot van de munt, was de prelude van wat een onmiddellijke afname van 12% in marktwaarde zou zijn. Vlak daarna deelde hij nog enkele andere tweets, waarin hij Bitcoin investeerders nog onzekerder maakte.
De echte klap volgde echter pas de woensdag erna, op 19 mei. Een aantal Chinese topambtenaren gaven aan dat het land meer zou handhaven op het gebruik van crypto’s in het land. De Centrale Bank gaf daarbij zelfs een waarschuwing uit, waarbij Chinese financiële instituten en bedrijven geïnstrueerd werden om niet langer gebruik te maken van digitale munteenheden als betaling of diensten hieromheen aan te bieden.
Juist deze dreiging van toegenomen overheidsbemoeienis zorgde ervoor dat massale paniek uitbrak, wat leidde tot de meeste drastische daling in waarde. Niet alleen Bitcoin verloor behoorlijk, ook andere cryptocurrencies als Ethereum (40% daling) en dogecoin en binance (30% daling) voelden de impact.
De drastische daling werd gevolgd door een licht herstel op de donderdag erna – waarbij de waarde van Bitcoin weer steeg van $30,000 naar $41,000 – om de dag erna, op vrijdag, weer terug te zakken naar $37,000; nadat de Chinese overheidsambtenaren nogmaals benadrukten dat ze crypto’s wilden reguleren.
Nu moeten we ook niet te snel zijn om China aan te wijzen als dader. Het Aziatische land is namelijk niet alleen in haar wens om de digitale munten aan banden te leggen. Op dezelfde donderdag gaf de topman van de Amerikaanse Federale Bank, Jerome Powell, aan dat cryptocurrencies een significant risico vormden voor het financiële stelsel, en dat de Federale Bank bezig is te onderzoeken hoe een eigen digitale munteenheid van de Amerikaanse overheid zou kunnen werken.
Tegelijkertijd gaven ambtenaren van de Treasury Department, het Amerikaanse ministerie van Financiën, aan dat ze cryptocurrencies ook op hun radar hebben – en iedere transactie in een digitale munteenheid van een waarde boven de $10,000 gemeld moet worden bij de fiscus. “Cryptocurrencies leiden al tot significante detectie-problemen door de manier waarop ze illegale activiteiten mogelijk maken, waaronder belastingontduiking,” aldus de Amerikaanse overheid, die met deze maatregel meer inzicht wil krijgen.
In de tussentijd gooide Musk ook nogmaals olie op het vuur, door nogmaals te tweeten en daarbij te suggereren dat hij in één keer zijn eigen persoonlijke Bitcoin-verzameling – geschat op 1,5 miljard dollar – zou dumpen. Alleen al de suggestie hiervan liet de koers wederom dalen.
Inmiddels is de koers weer wat gestabiliseerd, maar de grote schade lijkt al gedaan: de ‘instorting’ van Bitcoin leidde tot wereldwijde headlines en grote paniek onder de investeerders. Toch hoeft het niet zo’n vaart te lopen. Ervaren investeerders zullen weten dat dergelijk schommelgedrag nu eenmaal bij deze markt hoort – en dat het iets is wat omarmd dient te worden.
Zo zou je misschien zelfs kunnen stellen dat iedere nieuwe duik in waarde als test kan dienen voor alle onervaren ‘gelukszoekers’. Ware kenners en liefhebbers van de crytocurrencies weten dat je niet op individuele dagen of zelfs weken af kunt gaan, al is dit wel gangbaar in de reguliere financiële industrie. In de wereld van crypto-finance is het echter beter om te kijken naar de lange termijn.
En die lange termijn leert een Bitcoin investeerder bijvoorbeeld dat zijn huidige aandeel nog steeds fors meer waard is dan vorig jaar: aan het begin van 2020 was een Bitcoin nog $7,000 waard, en inmiddels fluctueert het rond de $32,000. Weliswaar fors minder dan het hoogtepunt van $64,000 eerder dit jaar, maar nog steeds een stijging van 350% ten opzichte van begin 2020.
Dat is waar het om gaat. Niet rekenen met de hoogtepunten en achteraf balen dat je niet op dat moment uitgestapt bent, maar vertrouwen op de lange termijn – en wat de trendlijn, gemeten over jaren, zegt en doet. Daarmee wil ik niemand aanmoedigen om te investeren in cryptocurrencies – het blijft een ontzettend onzekere en risicovolle investering. Wel wil ik benadrukken dat het wel heel prematuur is om nu aan te kondigen dat Bitcoin en zijn collega’s ‘voorbij’ zijn en in alle paniek je investeringen te verkopen: soms kan het juist slim zijn om je aandelen vast te houden als ze ineens fors in waarde dalen. Niet alleen voor je eigen portemonnee, maar ook voor de stabiliteit van de markt als geheel.