De Giganet 5G-revolutie: is Nederland er klaar voor?

Je zou het bijna vergeten, maar er is meer gaande in de wereld dan het coronavirus alleen. Zo mogen we al geruime tijd overdag niet harder dan 100 kilometer per uur op onze snelwegen rijden – en rolde Vodafone vorige week haar 5G netwerk Giganet uit over een groot deel van Nederland.

Alhoewel, wellicht heb je in de afgelopen weken de reclames gezien, tijdens je eindeloze zapsessies thuis op de bank. De man, die alle grote ontwikkelingen (mobiele telefoons, e-mail, zoekmachines, online films streamen) wat lacherig afkraakte (‘Heb je dat wel nodig?’) en, hieraan terugdenkend, veel interesse toont in de Giganet oplossing waarmee de auto verbonden kan worden met de koelkast. Anders kun je de ZIGGO giganet reclame hier nog bekijken : https://www.youtube.com/watch?v=_vIgOJiAXw0

Het is inmiddels echt zo, Vodafone heeft als eerste provider in ons land een 5G-oplossing geactiveerd. Voor nu is de helft van Nederland aangesloten, terwijl de andere helft over de komende maanden uitgerold wordt. Eind juli moet uiteindelijk iedereen overal toegang tot dit nieuwe, snellere netwerk hebben.

Tenminste, iedereen die klant is bij Vodafone. Zodra hun toestel geschikt is en 5G in het abonnement zit, kan direct gebruik gemaakt worden van de techniek. Daarvoor wordt slim gebruik gemaakt van de bestaande antennes en frequenties, waardoor er geen uitgebreide werkzaamheden plaats hoeven te vinden. “Wij introduceren 5G via ‘spectrumdelen’ in ons GigaNet. Zo kunnen klanten in Nederland nu al de nieuwste mobiele generatie ervaren, want 5G is een evolutie die deuren opent naar nieuwe mogelijkheden,” legde VodafoneZiggo CEO Jeroen Hoencamp het uit.

5G, oftewel ‘vijfde generatie’, is een nieuw internetprotocol waarmee data sneller en efficiënter verstuurd kan worden over radiogolven. De spectrumdelen waar Hoencamp het over had spelen hier een belangrijke rol in. Dankzij deze spectrumdelen, of ‘Dynamic Spectrum Sharing’ (DSS), kan een enkel toestel hetzelfde spectrum gebruiken voor zijn 4G én 5G verbinding. Effectief werkt dit als twee verschillende talen, die dankzij DSS door het toestel op dezelfde wijze begrepen en toegepast worden. Je toestel wordt tweetalig en leert slim te kiezen: moet ik nu gebruikmaken van 4G of 5G, kijkend naar mijn eigen mogelijkheden en het gebied waar ik nu ben?

Dus, data wordt over 5G sneller en efficiënter verstuurd. Dit is veel gebruiksvriendelijker, omdat zowel de reactietijd als de downloadsnelheid verbeterd wordt. Al wil ik bij dergelijke claims altijd een kleine voetnoot plaatsen: de werkelijke snelheid hangt altijd nog af van andere factoren, zoals de drukte op het netwerk, het bereik en de specifieke telefoon die je gebruikt. Gemiddeld genomen zal de reactietijd echter met ca. 30 seconden verbeteren, naar 20 milliseconden.

De downloadsnelheid zal maximaal 1 gigabyte per seconde bedragen (zie je nu waar de term ‘gigabyte’ vandaan komt?). Dit is een forse verbetering ten opzichte van de maximale snelheid van 350 megabyte per seconde voor 4G. Deze verhoogde downloadsnelheid is dan ook hét verkoopargument van Giganet, aangezien het veel voordelen biedt op het gebied van slimme oplossingen – én betere verbondenheid in het algemeen.

Juist in deze tijd is het belangrijk om real-time verbonden te kunnen zijn. Opa’s en oma’s die met hun kleinkinderen beeldbellen of online samen spelletjes spelen; mensen die vanuit huis werken en vaak moeten vergaderen of presenteren; of jongeren die hun heil zoeken in games en video-streaming. Waar het nog wel eens hapert onder huidige verbindingen, zou dit met 5G een stuk minder moeten worden.

VodafoneZiggo heeft geprobeerd het belang van 5G duidelijk uit te leggen voor die vele klanten die niet begrijpen welke voordelen dit hen zal opleveren.

Dit laatste is dus enorm belangrijk, vanuit het perspectief van mijn vakgebied. 5G was in veel opzichten de ‘holy grail’ waar veel ontwikkelaars binnen het Internet of Things met smart op zaten te wachten. Met deze introductie van het Giganet wordt een onzichtbare infrastructuur onder Nederland gelegd die heel veel zaken in ons dagelijks leven sneller kunnen maken – extra opmerkelijk als je het afzet tegen het ver-langzamen van dat zichtbare infrastructuur netwerk in Nederland, in de vorm van onze snelwegen.

Je zou kunnen zeggen dat, terwijl de snelheid op onze snelwegen gezakt is van 130 naar 100, de snelheid op de internetsnelwegen fors verhoogd is.

Het past wel in de trend die het Internet of Things probeert te volgen, waarbij er minder fysiek gereisd hoeft te worden en er veel meer digitaal gedaan kan worden. Allerlei digitale innovaties krijgen hier een enorme boost door: denk aan augmented reality (AR), virtual reality (VR), en artificial intelligence (AI).

Domotica kan sneller en slimmer worden, realtime multiplayer-games bieden een nog realistischere ervaring, operaties kunnen op afstand of door robots uitgevoerd worden, concerten kunnen volledig virtueel gegeven worden, en slimme steden kunnen nu echt hun beloftes gaan waarmaken.

Daar blijft het niet bij. Ook andere sectoren zoals de agricultuur zien een wereld aan nieuwe mogelijkheden opengaan. Slimme landbouwvoertuigen en zelfrijdende tractoren, allemaal aangestuurd door sensoren en drones, kunnen een revolutie in de landbouw teweeg brengen. Of wat te denken van de eindeloze belofte van zelfrijdende auto’s? Hiervoor is een snelle internetverbinding die directe feedback geeft cruciaal. Je wilt immers dat de auto nagenoeg direct reageert als er plotseling een kind oversteekt. Met Giganet zou dit mogelijk kunnen zijn.

Alles samengenomen, zou ik zelfs durven stellen dat de introductie van 5G hét kantelpunt kan zijn in de definitieve doorbraak van het Internet of Things. Kinderziektes die te wijten zijn aan de reactiesnelheid en downloadsnelheid kunnen nu verleden tijd worden, terwijl nieuwe innovaties die eerst tot het fictieve behoorden nu werkelijkheid kunnen worden.

In mijn mening is Nederland er klaar voor. Al zal lang niet iedereen waarderen hoeveel er echt schuilgaat achter het veranderende cijfertje in de linkerbovenhoek van je smartphone, maar dat komt wel. Of, in de woorden van de man in de commercial: langzaam gaan we van ‘Heb je dat wel nodig?’ naar ‘Dat zou best wel eens heel groot kunnen worden!’