Het zal veel mensen verbazen te horen dat de techniek achter het Internet of Things al ouder is dan de term internet an sich. Alhoewel de meeste mensen pas in recente jaren echt bekend zijn geraakt met slimme dingen, bestaan deze in feite al veel langer dan dat. Zelfs nog langer dan dat de meesten van ons via de oude, vertrouwde modem met het wereldwijde web verbonden werden. Daarom hier een overzicht van de historie van IoT.
Zo werden slimme geldautomaten al in 1974 in gebruik genomen in het bankwezen. Deze werden uitgerust met een heuse datakabel om informatie door te sturen.
Ook in de logistieke sector worden er al decennialang zogenaamde Machine-to-Machine (M2M) toepassingen gebruikt, die met elkaar ‘praten’ over het 3G of 4G mobiele netwerk. Vrachtladingen op zeeschepen en vrachtwagens worden zo al sinds de jaren 90 over de hele wereld getracked. Of wat te denken van je vertrouwde navigatiesysteem? Ook de TomTom is een slimme applicatie, die een hype werd voordat mensen überhaupt van het bestaan van zoiets als het Internet of Things afwisten.
Al moet ik daar ook eerlijk zijn: de term ‘Internet of Things’ stamt pas uit 1999. Het werd in dit jaar voor het eerst gebruikt door Kevin Ashton, een Britse pionier in de techniek. Je zou dus kunnen zeggen dat de technologie ouder is dan de naam die er nu voor gebruikt wordt. Al hing er, op computers na, nog nauwelijks iets aan het internet toen Ashton de naam bedacht. Nog steeds vooruitstrevend, dus!
Hoog tijd voor een paar historische hoogtepunten, die goed laten zien hoe ver we in nog geen 90 jaar tijd zijn gekomen.
1932
Dit was het jaar waarin de auteur Jay B. Nash in zijn boek Spectatoritis voor het eerst iets omschreef wat uiteindelijk de visie van het Internet of Things bleek te worden.
The machine frees. True. (…) Within our grasp is the leisure of the Greek citizen, made possible by our mechanical slaves, which far outnumber his twelve to fifteen per free man. These mechanical slaves jump to our aid. As we step into a room, at the touch of a button a dozen light our way. Another slave sits twenty-four hours a day at our thermostat, regulating the heat of our home. Another sits night and day at our automatic refrigerator. They start our car; run our motors; shine our shoes, and cult our hair. They practically eliminate time and space by their very fleetness.
Als je dit gelezen zou hebben zonder te weten dat het al in 1932 door iemand neergepend was, zou je zonder twijfel geloofd hebben dat het een fragment uit een hedendaags artikel was. Treffend én confronterend.
1946
Een stukje popcultuur: in de populaire Amerikaanse strip Dick Tracy wordt de zogenaamde 2-Way Wrist Radio geïntroduceerd, een vernuftig middeltje waarmee detective Dick en zijn politie-collega’s met elkaar kunnen praten – ook op afstand.
Dit radio-horloge was één van de belangrijkste inspiratiebronnen voor Martin Cooper, de uitvinder van de smartphone, en heeft ook een grote impact gehad op de ontwikkeling van de latere smartwatches.
1955
De allereerste draagbare computer wordt bedacht door Edward O. Thorp. Zijn idee omvatte een analoog apparaatje ten grootte van een pakje sigaretten. Zijn enige nut: het voorspellen van de uitkomst van spelletjes roulette. Na een aantal jaar testen komt hij in 1961 met een prototype. Helaas is het nooit veel verder gekomen dan dat.
1974
Het jaar van de eerste slimme bankautomaten. Maar ook het jaar waarin het allereerste Universal Product Code (UPC) label wordt ingescand in een supermarkt. Deze maken de taak van het afrekenen van de boodschappen veel simpeler. Deze labels bouwen verder op het werk van Norman Joseph Woodland, een ingenieur die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van de barcode – nadat hij op een strand in Miami de eerste versie hiervan in het zand tekende.
1980
Coca Cola wordt één van de allereerste bedrijven om actief aan de slag te gaan met (de voorloper van) het Internet of Things: een lokaal softwarebedrijf installeert micro-switches in de Coca Cola vending machines, die verbonden werden met een PDP-10 computer. Zo kon op de computer terminal gezien worden hoeveel flesjes cola nog in de machine zaten, en of ze koud waren.
1991
Weer gaat de literatuur een stapje verder in het nauwkeurig omschrijven van een toekomst met IoT: al bestond de term op dit moment nog niet. Mark Weiser, een belangrijke wetenschapper van Xerox PARC, zou later als visionair beschouwd worden door de woorden die hij in dit jaar in een artikel schreef: in het tijdschrift Scientific American schrijft hij over “ubiquitous computing” en “embodied virtuality” om zijn visie te onderbouwen, die bouwt op “specialized elements of hardware and software, connected by wires, radio waves and infrared, [that] will be so ubiquitous that no one will notice their presence.”
1994
Steve Mann, nog zo’n persoon die gezien wordt als de ‘founding father’ van het Internet of Things, brengt na een paar andere ‘slimme’ uitvindingen de allereerste webcam op de markt. Deze webcam was wearable én wireless, wat het mogelijk maakte om makkelijk onderweg te filmen. De opa van de GoPro, dus!
1999
Men komt steeds dichterbij de essentie van het Internet of Things – de term wordt dit jaar officieel geboren, uit de mond van de eerdergenoemde Kevin Ashton: “We need an internet of things, a standardized way for computers to understand the real world,” schreef hij in een presentatie die hij gaf voor het management van Procter & Gamble.
Ook zijn collega Neil Gershenfeld waagt zich aan een voorspelling van de toekomst: “Beyond seeking to make computers ubiquitous, we should try to make them unobtrusive…. For all the coverage of the growth of the Internet and the World Wide Web, a far bigger change is coming as the number of things using the Net dwarf the number of people. The real promise of connecting computers is to free people, by embedding the means to solve problems in the things around us.”
2002
Waar het in voorgaande jaren vaak nog wat abstract leek, hebben recente technologische ontwikkelingen ons nu in staat gesteld om grote stappen te zetten richting de concrete uitwerking van IoT toepassingen. Zo zei Jim Waldo: “the Internet is becoming the communication fabric for devices to talk to services, which in turn talk to other services. Humans are quickly becoming a minority on the Internet, and the majority stakeholders are computational entities that are interacting with other computational entities without human intervention.”
Tegelijkertijd waagde Glover Ferguson, hoofdwetenschapper van Accenture, zich aan een voorspelling in het toepasselijk genoemde artikel ‘Have Your Objects Call My Objects’: “It’s no exaggeration to say that a tiny tag may one day transform your own business. And that day may not be very far off.”
2005
Ergens in Italië wordt op een universiteit een klein apparaatje ontwikkeld dat onze toekomst voorgoed zou veranderen. De Arduino is een goedkope en makkelijk te gebruiken microcontroller, waarmee studenten gemakkelijk innovatieve projecten kunnen testen en uitwerken.
2008
Een mijlpaal: dit was het jaar waarin er meer “dingen” met het internet verbonden waren dan mensen, en we officieel in de minderheid raakten. Een achterstand die we niet meer gaan inhalen, nadat in de volgende tien jaar het aantal slimme objecten exponentieel bleef stijgen.
Tot zover deel 1 van de historie van iot overzicht. Later deze maand maken we het overzicht compleet tot en met januari 2019!
Dus, de volgende keer dat je iemand lacherig hoort zeggen dat het allemaal een hype en een tijdelijke ‘fad’ is: stuur ze gerust dit artikel door. Grote kans dat zij nog niet eens geboren waren op het moment dat het eerste ‘slimme’ ding het levenslicht zag.