Het is alweer even geleden dat ik in een blog aandacht besteed heb aan het concept van slimme steden, of smart cities. En dat terwijl het zo’n ontzettend fascinerend onderwerp is. Deze dagen sta ik op het VNG congres en ontmoet ontzettend veel bestuurders met interesse in Smart City. Niet om de techniek maar om de burger centraal te stellen en te voorzien van toegevoegde waarde diensten op het gebied van wonen, werken, leren, leven, etc. Veiligheid bieden en gemak. Duurzaam werken. De burger centraal stellen en ook zeker de ondernemer betrekken in dit geheel. Burgemeester Jos Heijmans van Weert sprak als volgt: “over 20 jaar bestaan we niet meer, dan is er nog maar 1 gemeente”. Hij werkt hard aan de digitale agenda en digitale diensten, samen met de ondernemers en burgers.
Voor wie mijn eerdere blogs gemist heeft. Een smart city kun je in een notendop omschrijven als een stad (al kan het ook best een dorp zijn) die aangestuurd wordt door technologie. Dit kan IoT-gerelateerd zijn, al kan het ook best een wat ‘simpelere’ IT-applicatie omvatten. Het hoofddoel van dit alles is om de inwoner van zo’n stad centraal te stellen. Het is dankzij moderne technologie mogelijk om zelfs tot op een individueel inwoners-niveau door te dringen, iets waardoor de dienstbaarheid enorm vooruit kan gaan.
De stad wordt zo efficiënter georganiseerd, terwijl de bureaucratische rompslomp tot een minimum wordt beperkt. Het bestuur kan veel directer en persoonlijker met haar inwoners communiceren en sneller ingrijpen als er urgente problemen opdoemen. Op dit moment uit zo’n slimme stad zich vooral in de manier waarop collectieve voorzieningen beheerd en geoptimaliseerd worden: van de waterleiding tot afvalverwerking, en van openbaar vervoer en wegenonderhoud tot aan scholen en ziekenhuizen.
Voorop staat dat er beter omgegaan wordt met de bestaande resources en deze zo te verdelen dat iedereen er gebruik van kan maken én ook daadwerkelijk gebruik maakt. In een tijd waarin persoonlijk contact het onderspit delft en met name grotere steden uit hun voegen lijken te barsten, is dit een welkome ‘vermenselijking’ van bestuur – hoe paradoxaal dat misschien ook klinkt.
Alles kan altijd en overal in de smart city
Aan de grondslag van slimme steden ligt dat we nu in staat zijn om altijd en overal ‘verbonden’ te zijn. We zijn connected met alles en iedereen, vaak al met devices zo klein als een smartphone of smartwatch. Kantoren worden langzaam een overbodige luxe, nu werknemers overal vandaan kunnen werken en gemakkelijk voor een virtuele vergadering kunnen inloggen. Sport- en muziekevenementen kun je vanuit je luie stoel meebeleven dankzij virtual reality, terwijl je ook voor winkelen niet meer de deur uit hoeft.
Boodschappen doen? Was toch al niet je grootste hobby, gelukkig is er nu een koelkast die zelf de voorraden bijhoudt en automatisch een bestelling plaatst bij een supermarkt als je eieren op zijn. Vervolgens worden deze boodschappen door een robot of drone tot in de keuken bezorgd én meteen weggeruimd. Hartstikke handig. Ook die onaangenaam warme pashokjes in kledingwinkels kun je vermijden. Apps stellen je in staat om een volledig 3D-gerenderd figuur van jezelf voor je te zien, terwijl je allerlei kledingstukken probeert – die vervolgens met een enkele muisklik besteld kunnen worden.
Data economie
Het gaat in onze economie dus niet langer per se om goederen en diensten. Die rol wordt steeds meer overgenomen door het belang van data. Door slim data te verzamelen en efficiënt te gebruiken – in combinatie met technologieën als virtual reality, artificial intelligence, 3D printing, drones en robots – worden wij in ons dagelijks leven steeds meer afhankelijk van onze (slimme) devices, die steeds meer elementen van ons leven versimpelen.
Dit geldt echter niet alleen voor de inwoners zelf. Ook op een grootschaliger stedelijk niveau kan de bestuursvorming dankzij data veel sneller en efficiënter verlopen. Deze stedenbouwkundige data kan zo ingezet worden om individuele gebruikers van dienst te zijn.
Stel je voor dat je een sensor vastmaakt aan elektrische fietsen, die meet wanneer het begint te regenen en zo effectief andere gebruikers een andere – nog droge – route kan laten fietsen, of een ander tijdstip voorstelt voor hun rit? Of die misschien ook meten wanneer er over een hobbelig stuk weg gereden wordt, zodat de stad snel ziet op welke fietspaden nodig onderhoud gepleegd moet worden?
Sensoren die meten wanneer het té druk wordt op de weg en, in een poging om files te voorkomen, actief via slimme matrixborden en on-board systemen van zelfrijdende auto’s alternatieve routes bedenken? Of extra rijbanen en spitsstroken openen? Wellicht kunnen bepaalde pleinen in no-time omgezet worden in parkeerplaatsen, als er een tekort aan dreigt.
Slimme straatverlichting kan aanspringen of knipperen om hulpdiensten de weg te wijzen bij een ongeval en mede-weggebruikers te waarschuwen dat ze de weg vrij moeten maken. Of kunnen ingezet worden bij een bushalte, waardoor wachtenden weten dat-ie er nu écht aankomt.
Leven in de smart city met de burger centraal
Bovenstaande voorbeelden zullen niet nieuw zijn voor de smart city-enthousiasteling. Ze zijn inmiddels eindeloos herhaald op congressen en in artikelen, waardoor nog maar weinig mensen verbaasd zullen opkijken van het concept van vuilnisbakken die zelf aangeven wanneer ze geleegd moeten worden.
De werkelijkheid is inmiddels ook dat smart city initiatieven niet langer beperkt zijn tot geoptimaliseerde verkeersstromen, parkeermanagement, efficiënte straatverlichting, en verbeteringen van openbare voorzieningen. Zo hebben recente onderzoeken en case-studies meer gefocust op de rol van de burger binnen zo’n slimme stad.
Hieruit is naar voren gekomen dat de betrokkenheid van de inwoners en de verbetering van publieksgerichte diensten en ervaringen cruciaal zijn bij het al dan niet slagen van een slimme stad. Zonder de medewerking van de mensen die bediend dienen te worden de stad, blijft er immers weinig van over. Dit werd ook erkend door het internationale onderzoeksbureau Gartner.
Belang van dialoog
Zij ontdekten dat het voor inwoners niet zozeer draait om het gebruik van nieuwe technologie, zoals slimme applicaties en dingen, maar meer om de manier waarop dit hun ‘communicatie’ met de stad verbetert. Dit heeft ertoe geleid dat het voor slimme steden steeds belangrijker wordt om de dialoog tussen inwoner en overheid actief en levend te houden, om zo te garanderen dat de juiste kwesties aangepakt worden.
Een slimme stad zou er, in dit perspectief, dus vooral eentje zijn die naar al haar inwoners luistert – naar hun feedback en naar de data die dankzij hen vergaard wordt – en hier haar beleidspunten uit opmaakt. Net een andere insteek dan puur focussen op de techniek en dit aanbieden aan de burger: in plaats daarvan dient er gefocust worden op de burger en aan de hand hiervan technieken toegepast worden die hun problemen aanpakken.
Aldus Bettina Tratz-Ryan, vice president van Gartner: “The way forward today is a community-driven, bottom-up approach where citizens are an integral part of designing and developing smart cities, and not a top-down policy with city leaders focusing on technology platforms alone.” Oftewel, we doen er goed aan om slimme steden door de gemeenschap gedreven te laten worden, waarbij de inwoners centraal staan in het ontwerpen van diensten en services.
Stimuleren van innovatie
Innovatieve technieken kunnen hierin op hun beurt weer erg waardevol zijn. Zo gebruiken steeds meer steden machine learning en chatbots om hun inwoners te betrekken bij besluitvormingsprocessen. Ook wordt actief gestimuleerd dat lokale bedrijven manieren zoeken om de samenleving te dienen. Denk hierbij aan de inzet van AI en robots in de bejaardenzorg, zelfstandig rijdende bussen en taxi’s, en bezorgrobots van restaurants en pakketdiensten.
Kortom, de participatie en actieve bijdrage van inwoners is een element wat steeds bepalender wordt binnen een slimme stad. De burger dient centraal te staan. Niet alleen door het doorvoeren van technologische hoogstandjes die inspelen op hun behoeften, maar ook juist door het baseren van stadsplanning en -beleid op hun input. Veel steden lijken hier nog niet voldoende mee te doen, waardoor het belangrijk is dat er een ‘shift of mindset’ plaats gaat vinden.
Shift in mindset
Juist om te bewerkstelligen dat inwoners hun mindset veranderen, dienen overheden dit zelf ook te doen. Een belangrijk speerpunt van een slimme stad is dan ook de innovatie-strategie en de mogelijkheden en ruimte die het creëert voor lokale ondernemers en individuen die hun steentje bij willen dragen. Denk daarbij niet alleen aan fysieke werkplekken en proeftuinen, maar ook aan toegankelijke pilot-omgevingen, infrastructuur, werkomstandigheden, kwaliteit van leven en data en service management.
Op het moment dat een stad dit succesvol toe weet te passen, zal zij daadwerkelijk slim worden: niet door slimme technieken, maar door slim om te gaan met de kennis die zij vergaart van haar inwoners.
Meer weten? Kijk dan ook eens op mijn specifieke website: www.smart-city.nl. Daar kun je ook gratis mijn Smart City e-book downloaden.